Kosten voor beveiliging van woningen: een eerlijkere fiscale behandeling

Op 13 december 2012 werd de Wet houdende fiscale en financiële bepalingen (art. 23) gestemd. Deze wet garandeert een eerlijke fiscale behandeling aan de belastingplichtigen die kosten hadden aangegeven om een belastingvermindering te verkrijgen voor de kosten om hun woning tegen inbraak en brand te beveiligen.

Een arrest van het Grondwettelijk Hof van maart 2012, het arrest Vandeputte, stelde immers het verschil in fiscale behandeling aan de kaak tussen gehuwde of wettelijk samenwonende eigenaars en gehuwde of wettelijk samenwonende huurders.

Voor de gehuwde of wettelijk samenwonende eigenaars werden de kosten opgesplitst volgens het aandeel van elke echtgenoot in de woning. Deze opsplitsing was soms minder voordelig dan de opsplitsing die werd toegepast bij gehuwde of wettelijk samenwonende huurders, voor wie de verdeling automatisch gebeurde in verhouding tot het belastbaar inkomen van elk van de echtgenoten.

Dit verschil in fiscale behandeling had betrekking op 80.000 aanslagbiljetten voor het aanslagjaar 2012, die in afwachting van de wet werden geblokkeerd.

Deze aanslagbiljetten konden dus eind januari 2013 worden verstuurd. Voor de vorige aanslagjaren heeft de FOD de rechtzettingen in het voordeel van de belastingplichtigen automatisch uitgevoerd, zonder hun tussenkomst.