Een jaar van overgang en aanpassingen voor de strategie gebouwen

De FOD Financiën ziet het aantal gebouwen geleidelijk verminderen binnen een logica van hergroepering. Een infrastructuurplan 2012 ‘Horizon 2015’ werd trouwens opgesteld in samenwerking met de administraties en diensten om deze aanpassing zo goed mogelijk te beheren. In 2012 heeft de FOD Financiën 10% van de sites waar hij was ondergebracht, verlaten. Het was dus vooral een jaar van overgang en aanpassingen.

De hergroepering heeft twee doelstellingen. De eerste is de kwaliteit van de werkomgeving van de medewerkers verbeteren en vermijden dat ze in een gebouw moeten werken dat in slechte staat verkeert, en aandacht te besteden aan veiligheid en gezondheid. De tweede doelstelling is verspilling vermijden door onderbezette of slecht verdeelde sites. De schaalvoordelen (bijvoorbeeld een economaat en refter voor 150 personen in plaats van acht verschillende economaten en refters voor twintig personen) zijn onmiskenbaar en dat geldt ook voor de budgettaire besparingen die de FOD Financiën realiseert, vooral op het vlak van energieverbruik, schoonmaakcontracten, huur en onderhoudscontracten voor de installaties.

De diensten hergroeperen en bepaalde gebouwen ‘sluiten’ betekent uiteraard dat sommige medewerkers andere vervoermiddelen moeten kiezen om naar hun nieuwe werkplek te gaan.

Elke organisatie, van welk type ook, evolueert. Het doel van deze evolutie is de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen en de werkomgeving te verbeteren door ze aangenamer en functioneler te maken. Het gaat niettemin om een bijzonder gevoelige materie, want ze bepaalt de toekomstige locatie van de administraties en diensten.

Daniel Cambier

Medewerker afdeling Strategie Gebouwen

Voor de medewerkers is niet het aantal gebouwen dat ze hebben verlaten van belang, maar wel de locaties waar hun administratie of dienst in de toekomst gevestigd zal zijn, want dat bepaalt waar hun werkplek zich bevindt.

Welke strategie werd in 2012 aangenomen voor de gebouwen van de FOD Financiën?

D.C.: In 2012 hebben we bepaalde min of meer gevoelige sites vrijgemaakt, dat wil zeggen, sites waarvan het huurcontract afliep, sites van slechte kwaliteit en onderbezette sites. Dat was onder meer het geval voor Edingen en Voeren. We hebben ook projecten voor de centralisatie in één gebouw concreet uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld in Aalst en in Antwerpen (momenteel aan de gang). We hebben al een eerste stap gezet in de concrete uitvoering van het infrastructuurplan ‘Horizon 2015’. Verder konden we nog niet gaan omdat de reorganisatie van het personeel en de nieuwe structuren nog niet helemaal op punt staan, en omdat bepaalde centralisatieprojecten binnen eenzelfde gemeente nog in uitvoering zijn of worden onderzocht. Het is dus een overgangsjaar. Het infrastructuurplan dat eind 2011 werd opgesteld, was gebaseerd op het feit dat het aantal medewerkers eind 2015 gelijk zou zijn aan dat van 2011. Maar door het behoud van de vervangingsnormen die van drie naar twee op vijf zijn gegaan, hebben we dit aantal moeten verlagen. De Stafdienst P&O heeft prognoses opgesteld met de mogelijke vertrekken en aanwervingen om de evolutie van het personeel tot eind 2015 in kaart te brengen. Dat is natuurlijk een vrij theoretische benadering aangezien we het aantal vertrekken niet exact kunnen bepalen en het aantal aanwervingen een vraagteken blijft, maar de foutenmarge lijkt klein. Er is dus een daling ten opzichte van de cijfers die we in 2011 hebben gebruikt en die daling bedraagt ongeveer 2.000 tot 2.500 natuurlijke eenheden (personen). Dat heeft natuurlijk invloed op de toekomstige bezetting van de gebouwen.

Hoe wordt een infrastructuurplan concreet opgesteld?

D.C.: Het infrastructuurplan 2012 ‘Horizon 2015’ is een overzicht van de situatie van het vastgoedpark en zijn bezetting door de administraties en diensten van de FOD Financiën eind 2015. We gaan tewerk volgens het principe van vraag en aanbod. Op basis van het vastgoedpark, en de behoeften van de administraties en diensten, kiezen we de gebouwen die het best aan de vraag voldoen. Daarbij trachten we zoveel mogelijk gebouwen te behouden die eigendom zijn van de Staat, gebouwen met een huurcontract op lange termijn, met een strategische ligging, uiteraard rekening houdend met de hergroeperingsprojecten waarvan de behoeften in het verleden al werden bepaald of nog moeten worden bepaald. Het huidige plan voorziet in een vastgoedpark 2015 van ongeveer 190 sites. Voor de medewerkers is niet het aantal gebouwen dat ze hebben verlaten van belang, maar wel de locaties waar hun administratie of dienst in de toekomst gevestigd zal zijn, want dat bepaalt waar hun werkplek zich bevindt. De verhuizingen die hieruit voortvloeien, zijn altijd het resultaat van overleg tussen de Stafdienst Logistiek, het management van de betrokken administraties en diensten, en de vakbondsorganisaties. Soms verzetten de betrokken personeelsleden zich tegen deze verplaatsingen. Soms vermindert het aantal personeelsleden van bepaalde administraties en diensten op bepaalde sites, of soms vragen ze om organisatorische redenen om naar een ander gebouw te verhuizen, maar dat betekent niet altijd dat we die gebouwen volledig verlaten. Eind 2012 werd het project ‘Anders werken’ gelanceerd en dat zal zeker een impact hebben op de wijze van bezetting van de gebouwen, maar dat is weer een ander verhaal …

Aantal gebouwen in 2012