In deel 2 van dit jaarverslag werd ingegaan op de daling van de herfinancierings en -herzettingsrisico’s die zich in 2012 opnieuw voorgedaan heeft. Deze daling ging gepaard met een stijging van de gewogen gemiddelde duurtijd van de schuld, alsook van de duratie ervan.
De gewogen gemiddelde duurtijd is het gewogen gemiddelde van de tijd die zal verstrijken tussen het tijdstip van de meting en de tijdstippen van de coupons en de terugbetalingen van de hoofdsommen van de diverse schulden in de portefeuille. De grafiek hieronder toont aan dat deze gemiddelde duurtijd sinds 2009 onafgebroken gestegen is, en voor de eerste keer sinds het jaar 2000 hoger kwam te liggen dan 7 jaar. In feite was de daling in 2008 en 2009 kortstondig: ze werd veroorzaakt door het relatief grote aandeel van schuld op korte termijn die aangegaan werd om de financiële instellingen te herkapitaliseren en/of te financieren eind 2008 en begin 2009. Bovendien was het net na het uitbreken van de crisis voor België moeilijk om op zeer lange termijn te lenen. De schuld op korte termijn werd ondertussen teruggebracht tot een niveau dat dicht bij de niveaus ligt die vóór de crisis gangbaar waren. De Schatkist kon ook heel wat leningen uitgeven op lange en zeer lange termijn: zo beliep de gemiddelde looptijd van de in 2012 uitgegeven lineaire obligaties (OLO’s) 11,61 jaar.
Duratie is een andere maatstaf voor de gemiddelde duurtijd. In het geval van duratie wordt het gewogen gemiddelde van de verdisconteerde (actuele) waarde van de coupons en de terugbetalingen berekend. Een stijging/daling van de marktrente doet de duratie dan ook afnemen respectievelijk toenemen omdat de verandering in de rente proportioneel belangrijker is voor de kasstromen die zich verder in de toekomst bevinden. Sinds het jaar 2000 is de rente globaal gesproken afgenomen en de grafiek toont aan dat de duratie in die periode inderdaad een sterkere toename kende dan de gewogen gemiddelde looptijd. De gewogen gemiddelde looptijd is dus een preciezere maatstaf voor de impliciete duur van de schuldportefeuille, maar aangezien de duratie een zeer goede indicatie geeft voor de gevoeligheid van de marktwaarde van een effectenportefeuille aan renteveranderingen wordt die doorgaans actief opgevolgd, en bijgevolg ook gepubliceerd door de Schatkist.
De hogere gewogen gemiddelde duurtijd resulteert in lagere risico’s voor de opnieuw gestegen staatsschuld. De verdere evolutie van de duurtijd zal afhangen van de strategie die de Schatkist zal volgen, maar ook van de toekomstige marktvraag naar beleggingen op lange en zeer lange termijn.