Staatswaarborgen en participaties van de Staat in bepaalde financiële instellingen

Met het oog op de vrijwaring van de stabiliteit van het Belgische financiële stelsel heeft de regering in 2008 besloten om een systeem op te zetten voor het verlenen van een staatswaarborg voor verbintenissen die werden aangegaan door elke kredietinstelling of financiële holding die voldeed aan de criteria en tegen de voorwaarden vastgelegd bij koninklijk besluit. Ook in de daaropvolgende jaren bleef dit systeem in werking.

De Thesaurie werd belast met de opvolging van deze dossiers. Deze opvolging gebeurt in het bijzonder door de Ondersteunende Dienst van de Schuld (ODS - Gewaarborgde Schuld), in nauwe samenwerking met het Agentschap van de Schuld en met de dienst FMD (Financiële Markten en Diensten).

Onderstaande tabel geeft per instelling een overzicht weer van de uitstaande gewaarborgde bedragen in euro per 31 december 2011 en 2012. De portefeuille van RPI werd verkocht in 2013.

 

In het jaar 2012 ontving de Belgische Staat in totaal 882,335 miljoen euro (Rijksmiddelenbegroting — art. 16.11.04) als vergoeding voor de bovengenoemde verstrekte waarborgen ( tegenover 630,032 miljoen in 2011).

2.1. Dexia waarborg 2008

De totale verplichting van de Belgische Staat mocht eind 2009 niet meer bedragen dan 60,5 miljard euro.

Op dit deel van de waarborg heeft Dexia geen uitgiftes meer gedaan sinds juni 2010. Bijgevolg neemt het uitstaand gewaarborgd bedrag sindsdien gestaag af. Het in de tabel vermeld uitstaand bedrag is het deel dat ten laste is van de Belgische Staat, zijnde 60,50 % van het totaal uitstaand bedrag.

Dexia betaalt maandelijks aan de Staat een garantiepremie. Voor transacties van minder dan een jaar bedraagt de premie 0,50%, terwijl deze voor transacties van meer dan 1 jaar 0,865% bedraagt.

In 2012 ontving de Belgische Staat 106,81 miljoen euro aan premies voor de “Dexia waarborg 2008”.

2.2. Dexia NV waarborg 2011

Het betreft een bijkomende waarborg voor Dexia NV. De gewaarborgde entiteiten zijn Dexia NV en Dexia Crédit Local (DCL). Er werd een tijdelijke waarborg van maximum 45 miljard euro verleend in december 2011 voor een looptijd van 6 maanden tot 31 mei 2012. Deze tijdelijke waarborg werd in 2012 verhoogd met 10 miljard euro tot maximum 55 miljard euro en werd verlengd tot januari 2013. Het aandeel van België, Frankrijk en Luxemburg bedraagt in deze waarborg respectievelijk 60,5%, 36,5% en 3%. In absolute cijfers betekent dit dat de Belgische overheid garant staat voor maximaal 33.275.000.000 euro.

De waarborgpremie bedraagt:

  •  voor de kortetermijnverrichtingen : een vast gedeelte van 120 bp + een spread (die kan variëren van 20 tot 40bp) en die afhankelijk is van de rating van de gewaarborgde entiteit;
  • voor de middenlangetermijnverrichtingen : een vast gedeelte van 50 bp + een spread (die kan variëren van 20 tot 40 bp) en die afhankelijk is van de rating van de gewaarborgde entiteit;
  • voor de langetermijnverrichtingen wordt de premie berekend volgens een formule die afhankelijk is van de 5jaar CDS van Dexia Crédit Local (DCL), iTraxx Europe, België en de landen van de Europese Unie.

In 2012 ontving de Belgische Staat 368,084 miljoen euro aan vastleggingscommissie en premies voor de “Dexia waarborg 2011”.

2.3. FORTIS OUT (RPI)

Dit betreft de senior vorderingen gehouden door Fortis Bank NV ten laste van Royal Park Investments NV.

Het uitstaand gewaarborgd bedrag nam met 198 miljoen euro af ten opzichte van 2011.

De vergoeding voor de waarborg bedraagt 0,70% van het gewaarborgde bedrag.

2.4. FORTIS IN

De minister van Financiën Steven Vanackere en BNP Paribas Fortis NV hebben in de loop van 2012 een overeenkomst bereikt over de vervroegde beëindiging van de staatswaarborgovereenkomst van 12 mei 2009.

Onder deze overkomst waarborgde de Belgische Staat de eventuele verliezen op een specifieke investeringsportefeuille voor een maximaal bedrag van 1,5 miljard euro.
Op 18 december 2012 werd de staatswaarborg stopgezet en op 20 december 2012 werd een eindpremiebetaling ontvangen voor een bedrag van 17.300.000 euro.

De Belgische Staat heeft geen enkele betaling moeten uitvoeren onder deze staatswaarborgoverkomst.

2.5. FORTIS CASHES

Omvat de vorderingen gehouden door Fortis Bank NV ten laste van Fortis NV op grond van de "Relative Performance Note" afgesloten tussen Fortis Bank NV en Fortis NV in verband met de CASHES (Convertible And Subordinated Hybrid Equity-linked Securities) uitgegeven door Fortis Bank SA in december 2007.

Het uitstaand bedrag is gedaald van 2,35 miljard euro naar 870,91 miljoen euro door de aankoop van 62,94% van de cashes door BNPP in februari 2012.

De vergoeding voor de waarborg bedraagt 0,70% van het gewaarborgd bedrag.

2.6. KBC

Het betreft de verliezen opgelopen door KBC Groep NV, KBC Bank NV en hun dochtervennootschappen op een portefeuille financiële instrumenten, bestaande uit kredietderivaten en collateralized debt obligations(CDO's).

Het uitstaand gewaarborgd bedrag nam met 1,510 miljard af ten opzichte van 2011.