Bij de wet houdende fiscale en financiële bepalingen van 13 december 2012 werd voornamelijk de omvorming gerealiseerd van de aftrekbare bestedingen - met uitzondering van de aftrek voor onderhoudsuitkeringen - in belastingverminderingen, zoals is overeengekomen in het kader van het regeerakkoord. De nieuwe belastingverminderingen worden verleend tegen het tarief van 45% voor de uitgaven voor kinderoppas en voor giften en tegen het tarief van 30% voor andere uitgaven, en dit vanaf aanslagjaar 2013.
De programmawet van 29 maart 2012 voegt in artikel 36, § 2, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) een definitie in van het begrip ‘cataloguswaarde’ die voor alle voertuigen kan worden gebruikt. Het gaat om de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij particuliere verkoop, inclusief opties en werkelijk betaalde belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno.
In het kader van het begrotingsakkoord voor het jaar 2013 brengt de programmawet van 27 december 2012, de ‘gewone’ aanslagvoet inzake roerende voorheffing voor het merendeel van de roerende inkomsten en de diverse inkomsten van roerende aard die momenteel al aan die voorheffing zijn onderworpen, op 25% vanaf 1 januari 2013. Bovendien zal die voorheffing opnieuw bevrijdend zijn voor alle interesten en dividenden die worden betaald of toegekend vanaf die datum. De bijkomende heffing van 4% op roerende inkomsten die werd ingevoerd door artikel 174/1, WIB 92, wordt eveneens afgeschaft vanaf 1 januari 2013. Ook werden de bepalingen ingetrokken in verband met de verplichting om informatie te verstrekken aan een centraal aanspreekpunt uit hoofde van de schuldenaars van de voormelde heffing wanneer die heffing niet aan de bron werd ingehouden alsook de bepalingen in verband met de oprichting en de werking van dat centraal aanspreekpunt. Ten slotte werd artikel 313 WIB 92 gewijzigd voor het jaar 2012 om het bevrijdend karakter van de roerende voorheffing uit te breiden tot de dividenden en interesten die belastbaar zijn tegen 21% en aan 25% onder bepaalde voorwaarden en zonder voorwaarden tot de liquidatieboni en de Leterme-Staatsbons.
Het KB van 6 juni 2012 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing wijzigt het tarief van de bedrijfsvoorheffing op de wettelijke en extra-wettelijke uitkeringen die worden betaald of toegekend aan tijdelijk werklozen zoals bedoeld in artikel 27, 2°, van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Het KB van 11 december 2012 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing wijzigt volledig bijlage III bij het KB/WIB 92.
Een aantal bepalingen werd uitgewerkt in uitvoering van de ambitieuze begrotingsdoelstellingen van de regering. In de programmawet van 29 maart 2012 werd zo de vrijstelling van meerwaarden op aandelen beperkt tot de gerealiseerde meerwaarden op aandelen die ten minste één jaar behouden zijn. In het kader van de daaropvolgende begrotingsronde werd ook de mogelijkheid tot aftrek voor risicokapitaal verder beperkt. Zo schafte de wet van 13 december 2012 houdende fiscale en financiële bepalingen de mogelijkheid af tot overdracht van deze aftrek tussen verschillende boekjaren.
Naast de uitvoering van de begrotingsmaatregelen werd een aantal maatregelen uitgewerkt die tot doel hadden om misbruikconstructies tegen te gaan. Een in het oog springend voorbeeld is de zogenaamde thin cap maatregel, die tot doel heeft om onderkapitalisatie van vennootschappen in bepaalde gevallen aan te pakken. Om het niet onmogelijk te maken dat grote groepen kunnen functioneren, werd deze maatregel in de programmawet van 22 juni 2012 verder verfijnd voor vennootschappen waarvan de activiteit zelf bestaat uit het beheer van dagelijkse thesaurieverrichtingen