De rode draad van dit jaarverslag is maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wat betekent dit voor u?
H.D.: De term “maatschappelijke verantwoordelijkheid” is eerder vaag, maar het concept erachter is van primordiaal belang. Het staat voor een harmonieus evenwicht tussen mens en natuur en impliceert dus de noties van verplichtingen en respect tegenover de maatschappij en het milieu. Rendement mag niet het enige doel zijn van een onderneming of een organisatie. Ze moeten hun activiteit op een duurzame manier uitoefenen. Maatschappelijke verantwoordelijkheid is ontegensprekelijk verankerd in onze waarden als federale overheidsdienst en in het algemeen belang. Ze komt tot uiting in de meeste van onze opdrachten en vormt de essentie van onze activiteit. Het is dus logisch dat we dit concept naar voor brengen in ons activiteitenverslag.
Hoe vult de FOD Financiën de maatschappelijke verantwoordelijkheid concreet in?
H.D.: Via onze opdrachten en het dagelijks beheer van de dienst enerzijds, en via “extra’s” die we onze medewerkers aanbieden anderzijds. Met “extra’s” bedoel ik sensibiliserings- en solidariteitsacties. We organiseren al vele jaren een Dag van de Duurzame Ontwikkeling waarop een thema in zijn verschillende aspecten wordt voorgesteld via activiteiten in heel België. In 2011 en 2012 stond deze dag bijvoorbeeld in het teken van respectievelijk duurzame voeding en mobiliteit. Zoals ik al zei, onze eerste opdracht is het uitvoeren van taken van algemeen belang. Maar dat betekent nog niet dat we altijd relaties onderhouden met de maatschappij, met de mensen. Vandaar de idee om, vanaf 2012, met de ambtenaren van onze Dienst, vrijwillig en zonder tegenprestaties een actie op touw te zetten om onze medemensen te helpen op de Jaarlijkse Vrijwilligersdag.
In welke projecten brengt u de maatschappelijke verantwoordelijkheid dagdagelijks in de praktijk?
H.D.: We proberen te denken aan de impact die elk van onze activiteiten heeft op onze omgeving. Daarom doen we al enkele jaren inspanningen om onze gegevens te beheren in geïntegreerde verwerkingssystemen, onze producten en diensten te digitaliseren, zoals met Tax-on-web, Biztax… Het gaat hier niet alleen om efficiëntie ten opzichte van de burger door het hem zo gemakkelijk mogelijk te maken en zo proactief mogelijk te zijn, maar we willen ook het milieu beschermen door onder meer ons papierverbruik te beperken. In onze interne werking moedigen we verplaatsingen met het openbaar vervoer en carpooling aan en bieden we onze medewerkers de mogelijkheid om te telewerken of in satellietkantoren te werken. We integreren meer duurzaamheidsclausules in onze overheidsopdrachten. We hechten ook belang aan de producten die in onze restaurants worden aangeboden. Duizenden medewerkers gebruiken er hun maaltijden; de manier waarop die maaltijden worden bereid en geserveerd heeft een impact op hun gezondheid, hun welzijn en het milieu. Ons doel voor 2014 is al onze medewerkers die van een Fedorest-restaurant gebruik kunnen maken een grotere keuze aan te bieden, bijvoorbeeld een typische duurzame maaltijd (samenstelling, herkomst van de ingrediënten…). We trachten al deze criteria in verband met mobiliteit, voeding, energie- en waterverbruik … ook toe te passen bij de evenementen die we intern en extern organiseren. En tot slot integreren we ook EMAS geleidelijk in onze gebouwen. Tegen 2017 willen we een EMAS-certificaat verkrijgen voor 50% van onze gebouwen met meer dan 100 medewerkers. Al deze projecten worden gedetailleerd beschreven in dit verslag en diverse economische, maatschappelijke en milieu-indicatoren worden transparant geanalyseerd via het Global Reporting Initiative.
Met welke moeilijkheden werd u geconfronteerd bij de uitvoering van deze projecten? Hoe pakt u ze aan?
H.D.: Er zijn veel moeilijkheden. Je kunt dit niet zonder slag of stoot van vandaag op morgen realiseren. De mentaliteit evolueert en de mensen zien in het algemeen in dat we ons moeten inzetten voor een verantwoordelijke maatschappij, maar toch is de stap naar de praktijk niet altijd eenvoudig. En zeker niet in een grote infrastructuur zoals de onze. Maar we blijven alles in het werk stellen om zo duurzaam mogelijke dagelijkse gewoonten aan te nemen. We willen het voorbeeld geven.