Published on Jaarverslag (http://www.2012.jaarverslag.financien.belgium.be)

Home >

Deposito- en Consignatiekas

Dames en Heren,

Ik heb de eer bij de Wetgevende Kamers verslag uit te brengen over de verrichtingen van de Deposito- en Consignatiekas tijdens het jaar 20121.

Zoals wettelijk voorgeschreven werd de Toezichtcommissie gehoord. Deze heeft de rekeningen van het jaar 2012 geviseerd en de bij dit verslag gevoegde verklaring getekend.

De Deposito- en Consignatiekas (verder DCK genoemd) heeft het voorrecht om, met uitsluiting van elk ander organisme, wettelijke en gerechtelijk opgelegde deposito’s en consignaties in geld en in effecten in ontvangst te nemen. Daarnaast kreeg de DCK in 2007 de bijkomende opdracht om de tegoeden van slapende rekeningen, verzekeringen en safes te beheren waarvan de houders binnen de voorziene termijn niet werden opgespoord. Zij is verplicht om in haar rekeningen een onderscheid te maken tussen haar eigen fondsen en de tegoeden van de Schatkist.

De DCK is ook belast met de bewaring en het beheer van bepaalde speciale fondsen. Deze verrichtingen worden ingeschreven op een “orderekening”.

De door de Staat verzekerde depositogarantie in het kader van het “Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s, levensverzekeringen en kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen (verder BBF genoemd)” moet het vertrouwen van het publiek in de banken en verzekeringsondernemingen bestendigen. De opdracht om bij faillissement of staking van betaling van een financiële instelling of verzekeringsonderneming een waarborg van maximaal 100.000 EUR per benadeelde klant uit te betalen werd sinds 2008 aan de DCK toevertrouwd.

De taak van het Resolutiefonds bestaat erin om de financiering te verzekeren van maatregelen die de impact moeten verminderen van het in gebreke blijven van een kredietinstelling op het financieel en sociaal systeem van België.
Het werd in 2012 opgericht in de schoot van de DCK.

Minister van Financiën,
Koen Geens

1 Verplichting voor de Minister van Financiën om bij de Wetgevende Kamers verslag uit te brengen in toepassing van artikel 36 van het Koninklijk Besluit nr 150 van 18 maart 1935 (B.S. 21 maart 1935) tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de DCK

Belangrijkste tendensen

Evolutie deposito’s in 2012

Zowel de deposito's in euro als die in effecten dalen in vergelijking met voorgaand jaar. De deposito’s in deviezen vertonen een lichte stijging.

Opbrengst voor de Schatkist in 2012

De DCK stortte 55.464.273,09 EUR naar de Schatkist (opbrengst van beleggingen en vervallen deposito’s).

Cijfers: tabel 9
Daarenboven transfereerde zij via het BBF1  999.873.620,28 EUR en via het Resolutiefonds 238.356.527,81 EUR naar de Interventiereserve van de Schatkist, wat het totaal aan doorgestorte fondsen op 1.293.694.421,18 EUR brengt.

Cijfers: tabel 3 en bijlage VI

Evolutie belangrijkste deposito’s in euro over 5 jaar

De deposito’s in euro vertonen in het algemeen een dalende trend. Deze daling is het laatste jaar voornamelijk te wijten aan de afname van de gerechtelijke consignaties, van de binnendienstconsignaties en van de deposito’s in het kader van de onvrijwillige buitenbezitstelling van toonderpapier. De Slapende rekeningen en de borgtochten daarentegen vertonen een belangrijke toename.

Cijfers: Bijlage III, rubriek I

Figuur 1: Evolutie van de belangrijkste deposito’s in euro over 5 jaar

Evolutie deposito’s in effecten over 5 jaar

De deposito’s in effecten vertonen een daling het laatste jaar.

Cijfers: Bijlage III, rubriek II

Figuur 2: Evolutie van de belangrijkste deposito’s in effecten over 5 jaar

Evolutie borgstellingsakten over 5 jaar

In vergelijking met het vorig jaar nemen in 2012 zowel de inschrijvingen als de vrijgaven van borgstellingakten toe.

De hierna volgende grafiek geeft de evolutie weer van de door de financiële instellingen neergelegde waarborgen en van de door hen onderschreven verbintenissen.

Figuur 3: Evolutie van de waarborgen en verbintenissen over vijf jaar

Cijfers: bijlage III, rubriek I, II en  III

Evolutie Interventiereserve BBF

De DCK stort sinds 2008 de toetredingsrechten en de jaarlijkse bijdragen van de financiële instellingen, de verzekeringsondernemingen en de erkende coöperatieve vennootschappen  aan het BBF in de interventiereserve van de Schatkist. Bij eventuele tussenkomsten van het BBF vraagt de DCK het nodige bedrag op uit deze reserve.

De uitbetaling van de gedupeerden van de vereffening van APRA wordt afgesloten met de uitbetaling van de laatste problematische dossiers. Eind 2012 beschikte het BBF nog over meer dan 3 miljoen euro van de 20 miljoen die uit de interventiereserve werd opgevraagd. Dit volstaat om de laatste gedupeerden schadeloos te stellen.
In 2012 is het BBF niet moeten tussenkomen in nieuwe dossiers.

Cijfers: Bijlagen IV, V en VI

Figuur 4: Evolutie van de stortingen in de Interventiereserve van het BBF

Interventiereserve Resolutiefonds

De wet van 28 december 2011 tot invoering van een bijdrage voor de financiële stabiliteit richtte het Resolutiefonds op in de schoot van de DCK. De jaarlijkse bijdragen  van de financiële instellingen worden in de interventiereserve van de Schatkist gestort.

De eerste bijdragen werden ontvangen in 2012 en alle deelnemers hebben bijgedragen zoals het de wetgeving voorschrijft. De ontvangen som bedraagt 238.356.527,81 EUR.

 

1 De deposito’s van het BBF (eenmalige toetredingsrechten en jaarlijkse bijdragen) worden doorgestort naar de Schatkist waar ze beschikbaar blijven voor het geval dit Fonds een tegemoetkoming moet uitbetalen.

Lopende projecten

Bijzonder Beschermingsfonds (BBF)

Een tweede versie van de “Gentlemen’s Agreement” werd in januari ondertekend door het BBF en Febelfin. De wijzigingen betreffen vooral de technische aspecten van de opmaak en de levering van de bestanden door de financiële instellingen.

Deze tweede versie heeft eveneens geleid tot een tweede reeks van testen met de gegevensbestanden opgestuurd door een representatieve steekproef van de financiële instellingen. Deze testen werden succesvol uitgevoerd.

Het BBF heeft eveneens gewerkt aan de ontwikkeling van een informaticatoepassing die moet toestaan de rechthebbenden uit te betalen binnen de termijn voorzien door de wet. Eind 2012 was de toepassing in testfase, de definitieve oplevering is voorzien voor het eerste kwartaal 2013.

Slapende tegoeden (Pandora)

Het gebruik van het informaticaprogramma Pandora, ontwikkeld om de slapende tegoeden te beheren, bracht in 2011 enkele structurele tekortkomingen van de toepassing aan het licht.

Enerzijds bleken de financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen niet steeds in staat om de gelden en gegevens op een correcte wijze over te dragen aan de DCK. Anderzijds vertoonde ook het programma zelf enkele onvolkomenheden, zodat er beslist werd een aanvulling ter verbetering en stabilisatie van dit project te vragen.

In 2012 werden de werkzaamheden voor de aanpassing van de applicatie opgestart. Er werd daarnaast ook verder samengewerkt met Febelfin, Assuralia, de financiële instellingen en de verzekeringsmaatschappijen opdat de overdracht van gegevens vlotter zou kunnen verlopen.

Online toegang voor solidaire borgstellers (SP10A)

Het informaticaproject Access online voor de solidaire borgstellingen, gestart in het kader van Coperfin, moet solidaire borgverleners toelaten op een beveiligde wijze toegang te krijgen tot hun dossiers.

Online beheer faillissementsfondsen (SP10B)

Dit project betreft het beheer van de faillissementsfondsen bij de 27 lokale agentschappen van de DCK. Het doel is om aan curatoren toe te laten via het web hun dossiers te raadplegen en simulaties voor de interestberekening uit te voeren. In tweede instantie zou deze online toepassing ook toegankelijk worden voor de Voorzitters van de Rechtbanken van koophandel en de Rechters-commissarissen, voor wat betreft de faillissementen van hun gerechtelijk arrondissement.

Ingevolge de verplichtingen van de nieuwe boekhouding en de overname van het project door een nieuw ICT-bedrijf, werden de testen in 2012 voortgezet teneinde een stabiele en performante informaticatoepassing te bekomen op het niveau van de boekhouding van de agentschappen. Deze zou hen toestaan, in de loop van 2013, hun betalingen via BTM te kunnen automatiseren.

Dematerialisatie van effecten aan toonder (Demat)

De DCK is de laatste schakel in de ketting van de dematerialisatie; zowel de opbrengst van de verkoop van de effecten als de effecten zelf die niet verkocht konden worden moeten haar immers ten laatste op 30 november 2015 overgemaakt worden. Tenslotte zal ze worden belast met de teruggave aan de personen die zich aanmelden en die hun rechten kunnen aantonen, na de eventuele boete voorzien in de wet van 14 december 2005 te hebben ontvangen.

Om de DCK toe te staan deze opdracht uit te voeren, moet een informatica-toepassing ontwikkeld en geïmplementeerd worden. Daarvoor werd er een project opgestart begin 2012, en werden de nodige stappen genomen voor een eerste fase zijnde de functionele analyse die in 2013 zal starten.


Omschrijving van de verschillende deposito’s en rekeningen

De verschillende deposito’s in geld, deviezen en effecten worden gegroepeerd in zeven categorieën: gerechtelijke consignaties, binnendienstconsignaties, borgtochten, onvrijwillige buitenbezitstellingen, slapende tegoeden, BBF en Resolutiefonds.

Gerechtelijke consignaties

Gerechtelijke consignaties zijn deposito’s in euro, effecten of deviezen die door de wet of door een gerechtelijke beslissing opgelegd of toegelaten worden.

De belangrijkste gerechtelijke consignaties zijn:

  • vergoedingen voor onteigeningen ten algemeen nut
  • faillissementsgelden
  • fondsen toebehorend aan minderjarigen en onbekwaam verklaarden
  • kantonnementen
  • alle bewaargevingen bevolen door het gerecht
  • borgtochten voor voorlopige invrijheidsstelling
  • gerede betalingen
  • stock options (uitsluitend effecten)

Cijfers: Bijlage III, rubrieken I/1, II/2 en IV/4.

Binnendienstconsignaties

De binnendienstconsignaties zijn deposito’s in euro en omvatten voornamelijk:

  • verplichte deposito’s opgelegd aan de notarissen1
  • vrijwillige bewaargevingen
  • schuldvorderingen voortkomend uit vonnissen ten voordele of ten laste van de Staat en de Provincies
  • de opbrengst van de geconsigneerde waarden

Cijfers: Bijlage III, rubrieken I/2 en I/4.

Borgtochten

De borgtochten, in geld of effecten, worden opgelegd door administratieve voorschriften. Ze betreffen:

  • borgtochten van aannemers van openbare werken
  • borgtochten gedeponeerd door de kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en daartoe erkende beroepsverenigingen inzake de solidaire waarborgen2
  • borgtochten ter uitvoering van de sociale wetgeving betreffende de wet Breyne
  • de ondernemingen van hypothecaire leningen en de sociale secretariaten van werkgevers

Cijfers: Bijlage III, rubriek I/5 en II/3 en II/4.

De tegenwaarde van de vervallen coupons en de diverse deposito’s zijn ook in deze categorie opgenomen.

Cijfers: Bijlage III, rubrieken I/6 en I/7.

Onvrijwillige  buitenbezitstellingen

De rekening van de onvrijwillige buitenbezitstelling van effecten aan toonder omvat de wettelijk voorziene consignaties m.b.t.:

•    de onvrijwillige buitenbezitstellingen van effecten aan toonder
•    vereffende vennootschappen
•    squeeze-out (openbaar uitkoopbod)

Cijfers: Bijlage III, rubrieken I/3, II/1 en IV/3.

Slapende tegoeden

De slapende tegoeden omvatten de slapende euro-, effecten- en deviezenrekeningen evenals de slapende safes en verzekeringsovereenkomsten die door de financiële instellingen en verzekeringsondernemingen worden overgemaakt indien zij de rechthebbende(n) niet binnen de voorziene termijnen hebben kunnen opsporen3. 

Deze tegoeden worden opgesplitst in:

•    individueel beheerde tegoeden
•    globaal beheerde tegoeden van minder dan 20 EUR

Cijfers: Bijlage III, rubrieken I/9 en I/10, II/5 en IV/1.

BBF

Het BBF wordt gefinancierd door:

•    eenmalige toetredingsrechten
•    jaarlijkse bijdragen

Deze stortingen zijn afkomstig van de financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen en de erkende coöperatieve vennootschappen die deelnemen aan het depositowaarborgstelsel4.

Cijfers: Bijlage III, rubriek I/8 en bijlagen IV, V en VI.

Voor de uitbetaling van de rechthebbenden van de financiële instellingen en verzekeringsondernemingen die niet meer in staat zijn aan hun financiële verplichtingen tegenover hun klanten te voldoen, werd in 2011 een nieuwe postrekening geopend.

Cijfers: Bijlage III, I/11

Resolutiefonds

Het Resolutiefonds wordt gefinancierd door de jaarlijkse bijdragen die gestort worden door de kredietinstellingen naar Belgisch recht die over een erkenning van de NBB beschikken.

Cijfers: Bijlage III, I/11

1 Koninklijk besluit van 14 december 1935 (gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 2002)
2 Verplichtingen opgelegd door het koninklijk besluit van 14 maart 2002 (gezamenlijke borgtochten)
3 Wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen, meer bepaald Hoofdstuk V “De slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten”
4 Het BBF werd opgericht bij KB van 14 november 2008 ter bescherming van de spaarders en beleggers en van de levensverzekeringen met gewaarborgd rendement, behorend tot tak 21

Toegepaste rentevoeten

Uit te keren intresten

De intresten op de deposito’s van de DCK worden berekend aan de hand van intrestvoeten gebaseerd op het rendement van bepaalde OLO’s1  zoals berekend door het Rentenfonds2 . Deze intrestvoeten worden enkel aangepast indien de nieuwe intrestvoet minstens 50 basispunten verschilt van deze die werd toegekend.
De intrestvoeten van de door de DCK uit te keren intresten tijdens het jaar 2012 werden vastgesteld op:

Soorten deposito’s

A :

  • vrijwillige deposito’s, consignaties, borgtochten en slapende tegoeden

Toepasselijke intrestvoet: het rendement van de OLO met vaste looptijd van 1 jaar verhoogd met 25 basispunten.

B :

  • notarisgelden3

Toepasselijke intrestvoet: het rendement van de OLO met vaste looptijd van 1 jaar verhoogd met 75 basispunten

C :

  • deposito’s toebehorend aan minderjarigen, onbekwaam verklaarden of krankzinnigen
  • deposito’s waarvan de intresten aan vruchtgebruikers toekomen
  • borgtochten door de hypotheekbewaarders in geld verstrekt tot zekerheid van hun verbintenissen tegenover derden4

Toepasselijke intrestvoet: het rendement van de OLO met vaste looptijd van 3 jaar

D :

  • deposito’s uit faillissementen5

Toepasselijke intrestvoet: het rendement van de OLO met vaste looptijd van 5 jaar

  1 OLO: lineaire obligatie
  2 Intrestvoet ingevoerd door het MB van 11 juni 2012.
 3  Ontvangen bij toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 december 1935 (gewijzigd bij het koninklijk  besluit van 10 januari 2002) betreffende de organisatie en de controle van de boekhouding van notarissen
  4 Opgelegd door de Wet van 21 Ventôse, jaar VII, gewijzigd bij de wet van 24 december 1906
  5 Ontvangen bij toepassing van artikel 51 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 (gelden van faillissementen).

De Deposito- en Consignatiekas in cijfers

Deposito’s

Ontvangsten en teruggaven

De ontvangsten en de teruggaven in 2012 bedragen:

ONTVANGSTEN

  • 1.853.648.473,30 voor de ontvangsten in euro
  • 3.636.275,03 voor de ontvangsten in effecten
  • 1.309.184,83 voor de ontvangsten in deviezen (tegenwaarde in euro op 31/12/2012)

TERUGGAVEN

  • 1.873.703.364,98 voor de teruggaven in euro
  • 19.542.623,61 voor de teruggaven in effecten
  • 1.355.541,06 voor de teruggaven in deviezen (tegenwaarde in euro op 31/12/2012)

Cijfers: Bijlage III

Verdeling over euro, effecten en deviezen

Ten opzichte van 2011 daalde het saldo van de deposito's in euro met 20.054.891,68, van de deposito’s in effecten met 15.906.348,58 en van de deposito's in deviezen met 46.356,23 (tegenwaarde in euro op 31/12/2012)

Cijfers: bijlage III

Deposito's in euro

De daling van 20.054.891,68 euro van de deposito's in euro in 2012 is verdeeld als volgt:

  • gerechtelijke consignaties (-5.170.800,41)

De faillissementen vertegenwoordigden hierin 70 % van de consignaties in euro. Op 31/12/2012 waren er voor alle agentschappen samen 23.001 openstaande faillissementen voor een bedrag van € 1.284.911.595,02 (tegen 23.311 openstaande faillissementen op 31/12/2011 voor een openstaand bedrag van 1.278.124.904,38 EUR).

  • binnendienstconsignaties en opbrengst geconsigneerde waarden (-22.765.847,58)
  • borgtochten,  diverse deposito’s en tegenwaarde coupons (+16.834.667,03)
  • onvrijwillige buitenbezitstellingen van effecten aan toonder en “squeeze-out” of “openbaar uitkoopbod” (-28.358.525,40)
  • BBF (+182.814,44)
  • slapende tegoeden (+22.554.342,67)
  • BBF – APRA (-3.331.542,43)

Deposito's in effecten

De daling met 15.906.348,58 van de deposito’s in effecten in 2012 is verdeeld als volgt:

  • consignaties  (-51.961,87)
  • administratieve borgtochten  (-15.819.413,84)
  • borgtochten inzake sociale wetten (-33.472,87)
  • slapende tegoeden – globaal beheer (-1.500,00)

Deposito's in deviezen

De daling met 46.356,23 EUR van de deposito’s in deviezen is verdeeld als volgt:

USD (+108.474,51)

  • slapende tegoeden – individueel beheer (+ 47.425,62)
  • slapende tegoeden – intrest deviezenrekening (+ 359,65)
  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (+57.796,81)
  • consignaties (+ 172,51)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 2.719,92)

CAD (+ 168,32)

  • slapende tegoeden – intrest deviezenrekening (+ 15,59)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 152,73)

GBP (- 173.949,32)

  • slapende tegoeden – intrest deviezenrekening (+ 11.546,53)
  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (- 186.520,66)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 1.024,81)

DKK (- 86.485,89)

  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (- 87.135,62)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 649,73)

HUF  (- 7.196,27)

  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (- 7.962,18)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 765,91)

AUD (+ 73.876,00)

  • slapende tegoeden – intrest deviezenrekening (+ 1.975,59)
  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (+ 69.967,06)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 1.933,35)

EUR (- 206,44)

  • slapende tegoeden – intrest deviezenrekening (+ 3,43)
  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (- 209,87)

HKD (+ 28.686,97)

  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (+ 28.612,52)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 74,45)

PLN (+ 10.275,90)

  • onvrijwillige buitenbezitstellingen (+ 10.135,16)
  • intrest deviezenrekening – Andere diensten (+ 140,74)

Kastoestand

Verplichte belegging in obligaties

De DCK moet de sommen, waarvan zij de aanwending voor de lopende dienst niet voorziet, beleggen in door de Staat uitgegeven of gewaarborgde obligaties1.

Tegoeden van de DCK

Eigen portefeuille

De DCK bezit een eigen portefeuille, waarvan in 2012 de nominale waarde op 31 december 2.280.874.958,27 EUR bedroeg.

Vordering op de Schatkist en tegoed bij de Financiële Post

De DCK beschikt bovendien over een (hierna gedetailleerde) debet op de Schatkist van -1.157.332,71 EUR en over een tegoed van 215.630.486,83 EUR bij de Financiële Post.

Totaal van de verschillende tegoeden

Het totaal van die verschillende tegoeden, 2.556.403.789,24 EUR, vertegenwoordigt de tegenwaarde in euro van de deposito's op 31 december 2012.

De onderstaande tabellen geven een beeld van de op 31 december 2012 openstaande deposito's in euro, enerzijds ingedeeld naar oorsprong, en anderzijds naar het beheer der gelden.

 

 

 Effectenbeheer bij de NBB

De Nationale Bank van België (NBB), handelend in de hoedanigheid van Rijkskassier, staat in voor de ontvangst, de bewaring en de teruggave van de gedeponeerde effecten. Die effecten zijn op een speciale rekening op naam van de DCK geplaatst.

Stand van de NBB rekening

De effectenrekeningen van de DCK bij de NBB vertonen op 31 december 2012 volgende saldi:

Deviezenbeheer bij BNP Paribas Fortis

BNP Paribas Fortis staat als deviezenbeheerder in voor de ontvangst, de bewaring en de teruggave van de gedeponeerde deviezen. De deviezen worden beheerd op 2 speciale rekeningen geopend op naam van de DCK.

Stand van de deviezenrekening

De deviezenrekeningen van de DCK bij BNP Paribas Fortis vertonen op 31 december 2012 volgende saldi:

Stand van zaken Schatkistrekening

Vorderingen van de DCK op de schatkist

De rekening-courant met de Schatkist werd op 31 december 2012 afgesloten met een saldo van  -1.157.332,71 EUR.

Cijfers: Bijlage II

Stortingen ten gunste van de Schatkist

De intresten van de beleggingen (opbrengst van de portefeuille), de ontvangen administratiekosten op deposito’s in effecten en de door verval getroffen deposito’s in geld of in effecten worden aan de Schatkist toegekend, onder verplichting voor laatstgenoemde aan de DCK de intresten terug te betalen die zij aan de rechthebbenden heeft uitgekeerd2.

In onderstaande tabel worden de opbrengsten weergegeven die de DCK gedurende het jaar 2012 voor de Schatkist heeft gerealiseerd.

Solidaire waarborgen

De gezamenlijke en solidaire waarborg

Ondernemers, vergunninghouders en aannemers van werken van algemeen nut kunnen een gezamenlijke en solidaire waarborg3 stellen bij een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming of een daartoe erkende beroepsvereniging. Deze vennootschappen mogen verbintenissen waarborgen tot een bedrag tienmaal zo groot als de gedeponeerde waarborg, maar mogen zich voor eenzelfde aannemer niet borg stellen voor een som die hun waarborg zou overtreffen.

Vanaf 1 januari 1972 werd deze vorm van borgstelling uitgebreid tot de woningbouw (Wet Breyne)4. De door deze vennootschappen gedeponeerde waarborgen bedragen 174.953.474,70 EUR in effecten en 9.309.578,70 EUR in geld.

Cijfers: Bijlage III, rubriek I/5 en rubriek II/3

Afzonderlijke boekhouding

De inschrijving en de vrijgave van de door deze vennootschappen onderschreven verbintenissen maken het voorwerp uit van een afzonderlijke boekhouding.

Cijfers: Bijlage III, rubriek III

Woningbouw

In het kader van de Wet Breyne werden 4.895 borgstellingakten (gezamenlijke en solidaire waarborg) gesteld in 2012.

Schuldvorderingen voortvloeiend uit vonnissen

Aantal verrichtingen in 2012

Schuldvorderingen die voortvloeien uit vonnissen5 worden uitbetaald door de DCK.
In de loop van het jaar 2012 heeft de DCK 2.774 verrichtingen van die aard uitgevoerd voor een bedrag van 380.418.859,07 EUR.

Speciale fondsen (orderekeningen)

Bewaring en beheer speciale fondsen

De DCK kan met de bewaring of het beheer van effecten of speciale fondsen worden belast. De verrichtingen, voortvloeiend uit deze bijkomende opdrachten, zijn opgenomen in de orderekeningen6.

Beheerde portefeuilles

De DCK beheert de portefeuilles van:

1. De vroegere Verzekeringskas van het gewezen personeel in Afrika7

In de loop van het jaar 2012 werden er geen intresten naar de Schatkist gestort. Op 31 december 2012 beliep het nominaal bedrag van deze portefeuille 3.523.418,30 EUR.

2. De vroegere pensioenkassen van de rechthebbenden van de staatsagenten en van de leden van het leger en de Rijkswacht 8

Gedurende het jaar 2012 werd 12.302,84 EUR als opbrengst van de waarden naar de Schatkist gestort. Op 31 december 2012 beliep het nominaal bedrag van deze portefeuille 533.350,27 EUR.

Cijfers: Bijlage VIII

1 Artikel 22 van het koninklijk besluit van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de DCK

2 Artikelen 23 tot 28 van het organiek besluit

3 Onafhankelijk van de borgtochten in geld of in overheidsfondsen heeft het koninklijk besluit van 11 maart 1926 betreffende de borgtochten van aannemers, de gezamenlijke en solidaire waarborg ingesteld. Het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende de gezamenlijke borgtochten voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten heeft het koninklijk besluit van 11 maart 1926 opgeheven en een reeks van wijzigingen uitgewerkt.

4 Koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de artikelen 7, 8 en 12 van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen (de zogenaamde wet “Breyne”)

5 Uitvoering van artikel 100, laatste lid, van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit. Op deze sommen is de dertigjarige verjaring van toepassing (artikel 25 van het koninklijk besluit nr. 150 (inrichting en werking van de DCK)

6 Artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 betreffende het organiek statuut van de DCK

7 Artikel 38 van de wet van 28 december 1973 betreffende de budgettaire voorstellen 1973/1974

8 Wet van 2 augustus 1955 houdende afschaffing van het Amortisatiefonds van de Rijksschuld

Slapende tegoeden

Financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen zijn verplicht hun slapende tegoeden over te dragen aan de DCK. De werkwijze en de in concreto te volgen procedure zijn voorgeschreven door de wet1 en werden bovendien in detail uitgewerkt in een 'Memorandum of Understanding' dat in overleg met vertegenwoordigers van de dienst slapende tegoeden, Febelfin en Assuralia werd opgesteld. Deze handleiding werd door Febelfin en Assuralia verspreid onder haar leden en is bovendien online consulteerbaar op de website van de Federale Overheidsdienst Financiën. In 2012 werden onderhandelingen opgestart over de aanpassing van dit document, onder meer op het vlak van de correctie van doorgestuurde gegevens.

Binnenkomende tegoeden

De hoeveelheid slapende tegoeden die in 2012 binnenkwam is lager dan in 2011. Eén van de redenen voor deze daling is het moratorium dat vanaf 22 juni 2012 gedurende 6 maanden werd ingevoerd door de Thesaurie. Gedurende deze periode werd er gestopt met het aanvaarden van nieuwe gegevens betreffende slapende tegoeden (voor bedragen hoger dan 20 euro) enerzijds en het behandelen van nieuwe aanvragen tot teruggave anderzijds. Deze maatregel werd genomen naar aanleiding van de problemen bij het opladen van de gegevens in de applicatie Pandora, de boekhoudkundige reconciliatie en de uitbetalingsprocedure. Tijdens het moratorium werden maatregelen genomen om de applicatie verder te stabiliseren en te verbeteren.

Een deel van de binnenkomende gelden betreft de slapende tegoeden met een saldo van minder dan 20 EUR. Deze tegoeden worden overgedragen zonder gegevens van de titularissen, zodat ze niet voor enige teruggave in aanmerking komen.

In de tweede plaats kwamen er eveneens slapende tegoeden van 20 EUR of meer binnen, die wel in aanmerking komen voor teruggave.

Betalingen

In 2012 werden 3.571 dossiers afgesloten door de uitbetaling van een tegoed aan de rechthebbenden.

Doorstorting aan het Zilverfonds

De Koning kan bij een in Ministerraad overlegd KB beslissen om de slapende tegoeden van minder dan 20 EUR toe te kennen aan het Zilverfonds. Tot op heden werd deze beslissing niet genomen, zodat de DCK geen initiatief in deze zin heeft genomen.

Verantwoording

De DCK moet in haar jaarverslag een algemeen overzicht geven van de slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten.

Cijfers: Bijlage III

1 Wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen, meer bepaald Hoofdstuk V “De slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten

Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s, levensverzekeringen en kapitaal van erkende coöperatieve vennootschappen

Bestaansreden BBF

Het BBF1 werd opgericht bij de DCK om tussen te komen wanneer een kredietinstelling, beursvennootschap, beleggingsonderneming, een verzekeringsmaatschappij (naar Belgisch recht) of aangesloten erkende coöperatieve vennootschap niet langer in staat is haar verplichtingen ten overstaan van haar cliënten na te komen.

Verplichte toetreding

De toetreding tot het BBF is verplicht voor:

1° de kredietinstellingen;
2° de beursvennootschappen;
3° de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies;
4° bepaalde beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging2;
5° verzekeringsmaatschappijen erkend in de hoedanigheid van verzekeraar van levensverzekeringen met gewaarborgd rendement, behorend tot tak 21.

Vrijwillige toetreding

Sinds oktober 2011 kunnen ook erkende coöperatieve vennootschappen vragen om zich aan te sluiten bij het BBF.
Bij KB van 7 november 2011 sloten drie coöperatieve vennootschappen zich aan.

Financiering

Het BBF wordt gefinancierd door de jaarlijkse bijdragen en toegangsrechten van zijn deelnemers. Hiermee wordt een interventiereserve gevormd.
Indien een deelnemer in gebreke blijft en de interventiereserve van het BBF niet volstaat, schiet de DCK de gelden voor om de klanten van de in gebreke blijvende instelling terug te betalen.
Een mechanisme van aanzuivering van de voorgeschoten bedragen is voorzien ten laste van de leden van het BBF.

Tussenkomst APRA Leven NV

Door de intrekking van de vergunning van de verzekeringsmaatschappij APRA Leven NV diende het BBF tussen te komen. Deze tussenkomst werd vervolgd in 2012 voor een bedrag van 3.331.542,43 EUR.
De rechthebbenden hadden de mogelijkheid een aanvraag tot tussenkomst van het BBF in te dienen tot 9 september 2011 en het BBF was verplicht de (volledige) dossiers uiterlijk 31 december 2011 uit te betalen.
Door de aanpassing van het WIB 92 bij wet van 28 juli 2011 hadden de rechthebbenden de mogelijkheid te kiezen voor de fiscaal neutrale overdracht van de afkoopwaarde van hun beschermde contract naar een nieuw contract van een andere verzekeraar, onderworpen aan hetzelfde fiscale stelsel of voor de uitbetaling van de afkoopwaarde van hun beschermde contract, onder aftrek van de toepasselijke fiscale lasten.
In december 2011 vonden dan ook de eerste betalingen plaats van de dossiers die op dat ogenblik reeds volledig waren.

Doorstorting naar de Schatkist

De DCK stort de jaarlijkse bijdragen en de toegangsrechten van de leden in de interventiereserve van het BBF aan de Schatkist.

Verantwoording

De DCK moet in haar jaarverslag een algemeen overzicht geven van het BBF.

Cijfers: Bijlagen IV, V en VI

 

1 Oprichting geregeld door het Koninklijk Besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de wet van 15 oktober 2008 houdende maatregelen ter bevordering van de financiële stabiliteit en inzonderheid tot instelling van een staatsgarantie voor verstrekte kredieten en andere verrichtingen in het kader van de financiële stabiliteit, voor wat betreft de bescherming van de deposito's en de levensverzekeringen, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Dit Koninklijk Besluit werd intussen aangepast door de Programmawet van 23 december 2009, meer bepaald Hoofdstuk V.

2 Voor zover deze voldoen aan de voorwaarden van art. 4 §1 van bovenstaand Koninklijk Besluit.

Bijlagen

Commissie van Toezicht

Samenstelling van de Commissie van Toezicht

Voorzitter :
De heer Ph. ROLAND, Eerste Voorzitter van het Rekenhof

Leden :
Mevrouw O. ZRIHEN, Senator
De heer  L. JANSSENS, Chef van de Dienst Effecten, N.B.B.
De heer  D. DE BRONE, Administrateur-generaal van de administratie Patrimoniumdocumentatie

HOOFD VAN DE ADMINISTRATIE

De heer M. MONBALIU
Administrateur-generaal van de Thesaurie